In het kleine en afgelegen Franse bergdorpje Avenas, gelegen vlakbij Mâcon in de Bourgogne, staat een kerkje met een altaar, waarop een Franse koning een kerk aanbiedt aan een heilige. De begeleidende inscriptie identificeert de gever als koning Lodewijk en Vincentius als ontvanger.
Welke Lodewijk wordt bedoeld is onderwerp van een al eeuwenoude discussie. Wat de beweegredenen zijn geweest een altaar in deze kleine, afgelegen parochiekerk van een dergelijk prestigieus motief te voorzien is al lang onderwerp van debat. In het bijzonder staat de vraag centraal of hier sprake is van verbeelding van de macht, en zo ja, waarom koos de opdrachtgever voor deze afbeelding in dit dorpje en tot wie richtte hij zich ?
Een mogelijke identificatie van de maker en zijn modellen kan een rol spelen vanwege het unieke karakter van de afbeelding. Tot 1150 zijn er namelijk geen sculpturen of andere iconografie bekend van Franse koningen die een kerk aanbieden.
Daarnaast is de afgebeelde kerk wat betreft grootte en gelijkenis ook naar Europese maatstaven uniek. Gezien de ligging van Avenas, grenzend aan het Heilig Roomse Rijk en vlakbij de Abdij van Cluny, een centrum van pauselijke invloed en macht, lijkt het zinvol mogelijke modellen en makers uit Rome en het Heilige Roomse Rijk in deze vraag te betrekken.
De Paus en de keizer van het Heilige Roomse Rijk speelden immers een grote politieke rol in het onrustige Bourgogne van het midden van de twaalfde eeuw en de vorstelijke kerkendrager was als politieke boodschap in de pauselijke en keizerlijke iconografie al eeuwenlang bekend. Bovendien manifesteerde de Franse koning zich in deze periode nadrukkelijk als dynastieke macht en beschermer van de Kerk.
Bovendien was de Franse koning Lodewijk VII op kruistocht geweest en beschouwde hij zich als een pelgrim en strijder voor de kerk. De St. Denis in Parijs als ‘koninklijk’ pelgrimsoord en de Abdij van Cluny dienden hierbij wellicht ook als inspiratie.
De eerste melding van de Onze Lieve Vrouw ten Hemelopneming kerk in Avenas stamt uit 878. In het cartularium van de St. Vincent kapittelkerk in Mâcon wordt de overdracht van de kerk van Avenas gemeld. Avenas ligt aan een oude Romeinse weg die Lyon met Mâcon, Cluny en Autun verbindt.
Om deze reden is de ligging van strategisch belang. De kerk zou in de periode 824-830 gesticht zijn door Lodewijk de Vrome na de verwoesting van het kasteel van ridder Ganelon, die volgens de legende Roeland zou hebben verraden. Het bisdom Mâcon viel in de twaalfde eeuw onder het aartsbisdom Lyon, dat zelf echter in het Heilige Roomse Rijk lag.
De St. Vincentius in Mâcon was een Koninklijke kerk en de koning had een stem in de benoeming van de bisschop. Mâcon en Avenas lagen in het Hertogdom Bourgogne, dat in politiek opzicht een belangrijke rol speelde in het middeleeuwse Frankrijk.
De Hertog van Bourgogne was nauw gerelateerd aan de Franse Koninklijke familie. Daarnaast was Bourgogne economisch belangrijk en grensde het aan het Heilige Roomse Rijk.
De Benedictijnse Abdij van Cluny was daarnaast ook een politieke en geestelijke macht van grote betekenis. De Abdij stond onder directe controle van Rome en als geestelijk centrum strekte haar macht en invloed zich uit over grote delen van Europa, inclusief het Heilige Roomse Rijk.
Ook de iconografische modellen en architectuur van Cluny vonden in deze gebieden navolging. De Abdij van St. Denis in de Ile-de-France was ook Benedictijns en onderhield nauwe contacten met de abdij van Cluny.
De Franse koningen steunden de abdij van Cluny in (politiek) woord en daad, zowel met donaties, als militair en ook onder abt Suger waren de relaties met Cluny goed.
Louis VII (1120-1180) was koning van Frankrijk vanaf 1137. In de periode 1147-1149 nam hij deel aan de tweede kruistocht, waarbij hij ook in Constantinopel en het Heilige Land is geweest. Hij heeft in ieder geval Jeruzalem bezocht, al zijn er verder geen details van zijn bezoek bekend.
In 1156 trouwde de keizer van het Heilige Roomse Rijk, Frederik Barbarossa, met Hertogin Beatrice van Bourgogne. Daarmee maakte de Duitse keizer een directe aanspraak op het hertogdom Bourgogne.
Om zaken nog gecompliceerder te maken speelde vanaf 1159 tot 1179 ook het pauselijke schisma een grote rol in Bourgogne. Paus Alexander III werd gesteund door de Franse koning, de abt van Cluny en de bisschop van Mâcon.
De tegenpaus Victor IV had als bondgenoot de Duitse keizer en in zijn kielzog lokale Franse edelen, onder anderen de graven van Mâcon en Chalon. Dezen zagen hun kans schoon om rijke abdijen en andere kerkelijke bezittingen in Bourgogne te plunderen.
In 1166 werd Cluny geplunderd. Dit was voor Louis VII aanleiding om in 1166 militair in te grijpen. Hij versloeg de Graaf van Mâcon op de berg St.Vincent, circa 60 km van Avenas.
Het bleef echter onrustig en Louis VII zou nog twee militaire expedities ondernemen in 1171/1172 en in 1179. Louis VII is Avenas op zijn veldtochten zeker gepasseerd omdat het dorp aan de weg naar Mâcon lag waar Lodewijk VII in 1166 en 1171 is geweest.
Het is goed voorstelbaar dat de koning in deze kerk een symbool en bevestiging van zijn macht wilde achterlaten.