De dom als graf voor de keizer

De dom in Speyer (c. 1030-1124). Foto: Wikipedia

De Dom in Speyer is een van de drie keizerdoms aan de Rijn, de andere twee staan in Mainz en Worms. De dom in Speyer is de grootste Romaanse kerk ter wereld, althans die nog overeind staat. De kerk in Cluny heeft bijvoorbeeld nog grotere afmetingen gehad, wat onder andere blijkt uit het restant van Cluny III.

De dom belichaamt het concept van het middeleeuwse keizerdom. De bouwperiode beslaat circa 1030-1124. Opdrachtgever was keizer Konrad II (990-1039), de eerste Salier als keizer. Hij is begraven in de dom. De bouw had niet alleen tot doel de macht en de religie een plaats te geven, maar ook om het nabijgelegen Worms van repliek te dienen. In deze stad was bisschop Burchard (965-1025) in diens periode als bisschop (1000-1025) de opdrachtgever van vele kerkelijke gebouwen, waaronder de dom, die uiteindelijk in 1181 onder de Hohenstaufen zou worden ingewijd.

De westzijde van de dom heeft,  conform de bijbel (de Apokalypse volgens Johannes,Openbaringen 21,13) drie poorten. De beelden boven de poorten zijn op deze Openbaringen gebaseerd. Boven het middenportaal bevindt zich het cirkelvormige vensterroos als symbool voor het Goddelijke met Jezus Christus in het centrum. De roos wordt omkaderd door een vierhoek als symbool van de aarde met in de hoeken de symbolen van de vier evangelisten. Vervolgens is er de voorhal, de weg naar het oosten, de apsis en koor, de weg naar het licht (zonsopgang) in tegenstelling tot de duisternis en zonsondergang van get westen. De voorhal kent ook drie poorten, de ingang tot de Dom heeft één ingang, de enige toegang naar het licht symboliserend.

Het middenschip kent telkens twaalf zuilen, zoals het hiervoor betreden portaal in totaal twaalf treden heeft, het symbool van de volkomenheid en eenheid (twaalf apostelen). In het gewelf worden twee arkaden  samengevoegd, waardoor in het middenschip zes grote gewelvenkoepels ontstaan. Dit staat voor de zes dagen van de schepping en het gewelf als hemel.

De dom heeft één koor en een gang naar de crypte. In de crypte bevinden zich de graven van de Saliers, Staufers en enkele Habsburgers. De dom was bestemd als laatste rustplaats voor de keizerlijke familie, wat Abt Suger een eeuw later in St. Denis zou overnemen. De dom had ook een dynastieke betekenis en symboliseerde de heersers als door God gelegitimeerde machthebbers.

De viering is als het ware het kruispunt: links en rechts zijn de dwarsbeuken, recht vooruit de trappen op zijn het altaar en het koor, naar beneden is de crypte. De viering is met de dwarsbeuken en het middenschip het kruis van lijden, daarachter zijn het licht en de hemel, gesymboliseerd door de koepel, waar de Hagia Sofia in Constantinopel en daarvoor het Pantheon in Rome het voorbeeld waren. De koepel symboliseert de rustdag, de zevende dag en heeft een achthoekige vorm, de octoganaal (vergelijk de grafkerk in Jeruzalem en de bouwwerken in bijvoorbeeld Ravenna, de kapel in Aken en wat nog rest van de Valkhof kapel in Nijmegen).

Acht was een heilig getal, de zondag plus zeven dagen. De zondag is de eerste dag van de week en de rustdag, de dag van de verrijzenis en de dag van de voltooiing van de schepping, begin en einde. Dit in tegenstelling tot de Joodse Sabbat (zaterdag) en de islamitische vrijdag. Direct onder de koepel (hemel) staat het altaar, het teken van Christus, zijn lijden, opoffering, plaats in de hemel en verrijzenis en hoop voor de mensheid. Achter het altaar bevindt zich het koor met de apsis als het hoofd van de kerk, de plaats waar de bisschop het koorgebed verricht en de liturgie leidt.

Deze beknopte beschrijving van de dom geeft een inzicht in de beeldspraak, symboliek en de gedetailleerde vormgeving. Niet alleen de bouw, het vakmanschap, de rijkdom en het bijna duizendjarige bestaan, maar het oog voor detail, afmetingen en verhoudingen roepen nog steeds respect en bewondering op. Bron: www.speyer-trio.de