Bij de ontbinding van het Karolingische Rijk bij het Verdrag van Verdun in 843, konden weinigen vermoeden dat hiermee de grondslag was gelegd voor problemen en landen die in WOI een hoofdrol zouden spelen.
Het onder Karel de Grote tot bloei gekomen Karolingische keizerrijk werd opgedeeld in een oostelijk, westelijk en een middendeel.
Het oostelijk deel zou in de tiende eeuw onder de Ottonen in 962 een nieuw keizerrijk worden, het westelijk deel werd onder het koningschap van de Capetingers in de tiende eeuw het koninkrijk Frankrijk.
Het middendeel, een strook land van noord naar zuid, van de Lage Landen, Zwitserland naar Italië, zou, verdeeld in vorstendommen, kerkelijke gebieden en heerlijke gebieden grotendeels onder de leenheerschappij van de Duitse keizer komen.
Onder de Ottonen benoemde de rooms-koning, de door de rijksvorsten gekozen koning, de bisschoppen. Dit zou leiden tot de zogenaamde investituurstrijd tussen paus en koning of keizer, met als inzet het recht een bisschop te benoemen. Deze investituurstrijd speelde ook in Frankrijk en Engeland, maar daar kwamen koning en paus betrekkelijk snel tot een vergelijk.
Onder de Saliërs (1024-1125) en Hohenstaufen (1132-1254) zou dit conflict de relatie met de paus en bisdommen ernstig vertroebelen.
Aan het einde van de tiende eeuw was het investituurrecht van de Duitse rooms-koning echter nog onbetwist. Zo ook de benoeming van een van de meest markante bisschoppen van het Ottoonse Rijk, Bernward (c. 960.1022), die op 15 januari 993 tot bisschop van Hildesheim werd gewijd.
Bernward, zelf afkomstig uit een vooraanstaand Saksisch geslacht, werd al op jonge leeftijd in de hofhouding van Otto II (955-983) opgenomen en hij werd de belangrijkste raadgever van Otto III (980-1002) bij het overlijden van de keizer in 983. Bernward was niet alleen leider van een bisdom of diocese, hij was ook een belangrijke wereldlijke heer die de keizer militair, politiek en financieel steunde en op zijn reizen vergezelde.
Ook het bisdom Utrecht zou via familierelaties nauw aan de keizer en zijn politiek gelieerd zijn. Bernward heeft de keizer op vele van zijn reizen gevolgd. Hij was diverse keren in Italië, van het noorden tot Rome en het diepe zuiden in Salerno.
Op zijn vele reizen ontmoette Bernward kunstenaars en kwna hij in aanraking met (Byzantijnse, Romeinse en Griekse) kunstvoorwerpen en architectuur. Bernward was in Hildesheim als bisschop direct betrokken bij het verfraaien van de stad en kerkelijke gebouwen.
De bronzen deuren van de dom, wellicht met Romeinse deuren in het Pantheon, Byzantijnse deuren in Ravenna, en Karolingsche deuren in Aken als inspiratie, een van de meest tot de verbeelding sprekende kunstwerken.
De afbeeldingen in de deuren hebben betrekking op scènes uit het Oude en Nieuwe Testament, typologie. (Bron: M. Brandt, A. Eggebrecht (Red.), Bernward von Hildesheim und das Zeitalter der Ottonen (Mainz 1993)