Heeg komt voor het eerst voor in bronnen uit 1132. Visserij, scheepvaart en handel waren de belangrijkste economische activiteiten. Het dorp lag toen al op een knooppunt van waterwegen.
Vanaf het einde van zeventiende eeuw was er een bloeiende handel in hooi naar Amsterdam. Dit hooi was bedoeld voor de paarden van militairen, koetsen, doctoren, kooplieden en slepers in de stad en langs de Amstel en Vecht.
In Heeg woonden ongeveer tien ‘hooyschippers’. Het was een lucratieve handel want ze bewoonden en bouwden de mooiste huizen.
Een andere belangrijke activiteit was de palinghandel. Vanaf de zeventiende eeuw tot in de twintigste eeuw vervoerden handelaren duizenden kilo’s levende paling per jaar naar Londen. De paling werd bewaard in de bun van het middenschip. De bun is een afgesloten ruimte met communicerende vaten voor het doorlaten van vers water.
De vloot bestond uit ruim twintig palingaken uit Heeg, Woudsend, Gaastmeer en Hindeloopen. Ook deze handel was voor handelaren lucratief.
Een andere belangrijke bedrijfstak was en is de scheepsbouw. Een replica van een palingaak is in 2009 afgebouwd in Heeg en heeft in 2019 weer een overtocht gemaakt naar Londen.
Deze replica, de Korneliske Ykes II, vervoerde duizend pond levende paling. Ze is een replica van de Korneliske Ykes uit 1872.
Het wapen van Heeg heeft de paling prominent in haar wapen staan.